Friesland Elfstedentocht -12-2019

 

De rayonhoofden aan het woord
Het Elfstedenbestuur heeft in februari 1996 de kans op een Elfstedentocht laten lopen door ten onrechte de rayonhoofden niet voor een tweede keer bij elkaar te roepen. Oud-voorzitter Henk Kroes trekt hiervoor het boetekleed aan in het boek ‘IJsmeester, mannen achter de schermen van de Elfstedentocht’. Een jaar later kon de Elfstedentocht wel doorgaan, voorlopig voor het laatst.
Het is voor het eerst dat Henk Kroes toegeeft dat het Elfstedenbestuur in 1996 een verkeerde beslissing nam. Het Elfstedenbestuur was huiverig voor de reacties van het publiek, mochten de rayonhoofden zich gedwongen voelen opnieuw ‘nee’ zeggen omdat de risico’s te groot zouden zijn.
Kroes vindt dat achteraf een verkeerde inschatting. ,,We hadden de rayonhoofden vaker bij elkaar moeten roepen. Het is niet gezegd dat de Elfstedentocht dan was doorgegaan, maar het punt is: we hebben het niet geprobeerd.”
Het boek laat zien wat er achter de schermen van de 'Tocht der tochten' gebeurt, gezien door de ogen van de toenmalige ijsmeesters. In twintig verhalen vertellen de rayonhoofden over de momenten die hen het meeste zijn bijgebleven. Een van hen is Henk Kroes.
De aanleiding voor journalist Bas Sleeuwenhoek om het boek te schrijven is het afscheid van een aantal rayonhoofden en hun assistenten. De afgelopen vijf jaar zijn er vijftien met pensioen gegaan, ongeveer een derde van de organisatie. Het Elfstedenbestuur raakt daardoor veel ervaring kwijt. ,,Deze mannen zijn allemaal groot geworden op het ijs”, zegt   Sleeuwenhoek.
Kroes is een van de twintig ijsmeesters die journalist Bas Sleeuwenhoek voor zijn boek heeft geportretteerd. Sleeuwenhoek noemt de oudere ijsmeesters een apart slag volk. ‘Het zijn allemaal bazen. Oud-hoofden van gemeentewerken of aannemers: mensen die over genoeg personeel en materieel beschikten om het ijs te kunnen prepareren.’
De ijsmeesters hebben veel respect voor de natuur, geloven vaak nog in de invloed van de maan op het weer, en zijn technisch onderlegd. Luppo Wolthuis, oud-ijsmeester van Sneek, is een goed voorbeeld. Hij bedacht allerlei machines en werktuigen, zoals de kwalsterkrabber, een schaaf om bobbels van het ijs te halen.  In 1986 voorkwam Wolthuis een ramp op de Fluessen, een meer bij Gaasterland, toen het ijs tijdens de Elfmerentocht in stukken brak en hij duizenden schaatsers in zijn eentje de goede kant op stuurde.
Aan het boek werkte ook Sytse Prins mee, de ijsmeester van de Elfstedenvereniging. Hij schetst hoe een volgende Elfstedentocht kan verlopen. Alle deelnemers dragen dan een helm en een hesje in twee kleuren, om ze te onderscheiden van zwartrijders. Bij kluunplaatsen worden beveiligers ingezet om zwartrijders te onderscheppen. Het gaat om maximaal honderd Elfstedenwachten of ‘ijssmijters’.

Elfstedentocht

Bij de volgende Elfstedentocht mogen er 30.000 deelnemers aan de start verschijnen. Veel voormalige rayonhoofden van de Vereniging De Friesche Elf Steden vrezen dan ongelukken. De druk wordt veel te groot.

Hinne Bokma Geplaatst: 06 december 2019 

r wordt getwijfeld aan de ervarenheid van het huidige bestuur. Ook de vraag of het verantwoord is om alle 30.000 leden aan de start van de volgende Elfstedentocht te laten verschijnen, komt uitvoerig aan bod in het vorige week verschenen boek IJsmeester. Mannen achter de schermen van de Elfstedentocht van Bas Sleeuwenhoek.

In 2014 werd besloten om start-recht te verlenen aan alle leden. In de afgelopen decennia mochten maximaal zestienduizend leden de tocht schaatsen. Via loting werd bepaald wie wel of niet mocht rijden.

Catharinus Nagelhout, bij de Elfstedenvereniging van 1984 tot 2018 rayonhoofd Woudsend, maakt zich ook zorgen over het gebrek aan ervaring bij het huidige bestuur. ,,Ze hebben nog nooit een tocht georganiseerd. En of je dat doet met 16.000 rijders of met 24.000 of 30.000, dat maakt nogal verschil”, aldus Nagelhout. ,,Ik zie dat niet goed komen. Hoe wil je in vredesnaam 30.000 mensen over de Luts laten schaatsen? Dan heb je ijs nodig van een meter dik. En niet alleen hier, maar ook in de smalle vaartjes van Hindeloopen, Workum en Parrega. Het ijs kan het niet aan.”

kin net

Nagelhout vindt een medestander in Gauke Bootsma uit Hindeloopen, assistent-rayonhoofd in 1985 en 1986 en oprichter van het Eerste Friese Schaatsmuseum. ,,We krijgen twee keer zoveel mensen op het ijs als in 1997.It kin net. Het vaartje langs de slaperdijk naar Workum is misschien zeven meter breed. Met te veel schaatsers erop zakt het ijs door zijn voegen. Het kan gemakkelijk misgaan en dan is het de laatste keer geweest”, geeft Bootsma aan.

Hij verwijst naar de schaatstocht van Stavoren naar Enkhuizen in de winter van 1996. De toeloop was enorm en het werd een chaos. ,,Dat bestuur was onervaren, net als de mensen van het huidige Elfstedenbestuur.” Bootsma vreest ook de grote publieke belangstelling. ,,Waar wil je die mensen kwijt? Je hebt grote kans dat ze het ijs opkomen en daar krijg je ze niet van af, omdat ze het al snel beschouwen als een soort carnaval.”

 

Wat maanstanden betreft, is de situatie vergelijkbaar met 2012

Piet Venema, van 1994 tot 2002 ijsmeester, gelooft in een volgende tocht, ook met 30.000 deelnemers. Als de ijsmeester aangeeft dat het ijs sterk genoeg is, dan kun je er volgens Venema met tienduizend schaatsers overheen.

,,En als je er met tienduizend schaatsers overheen kunt, dan kan het ook met dertigduizend”, stelt de voormalige ijsmeester, die de tocht in 1956 en 1963 als wedstrijdrijder volbracht en in 1985 en 1986 als toerrijder. ,,In 1963 eindigde ik als negende. Mensen hebben het altijd over de ontberingen van die dag, alsof het alleen maar een lijdensweg was, maar ik heb best genoten hoor.”

Ongeduldig

In 1999 besloot het Elfstedenbestuur dat er voor rayonhoofden een leeftijdsgrens van zeventig jaar moest komen. Niet iedereen accepteerde dat besluit. Venema vertelt in het boek dat rayonhoofd Sjirk Velstra - de koning van Bartlehiem - en Reinder Reinders, het rayonhoofd van Dokkum, geen afscheid wilden nemen. ,,Uiteindelijk accepteerden ze het wel, al weigerden ze hun elfstedenjas in te leveren. Ze beschouwden het als een soort onderscheiding. Ik ging ze toen zelf ophalen. Het moest wel. We hadden maar 21 jassen voor 21 rayonhoofden.”

De beste kaatser van Fryslân, Piet Jetze Faber, is sinds 2004 rayonhoofd Vrouwbuurt. Hij heeft de Blikfeart onder zijn hoede. Het probleem daar is de toevloed van polderwater, dat zelfs bij vriezend weer het ijs opstroomt. Het ijs is er vaak slecht, maar de Elfstedenwinnaars Henk Angenent en Evert van Benthem planden juist daar hun ontsnapping, zoals de wielrenners de kasseien zoeken in Parijs-Roubaix.

Voor de laatste Elfstedentocht moeten we bijna 23 jaar terug in de tijd, naar 4 januari 1997. Schaatsliefhebbers worden zo langzamerhand flink ongeduldig. Jan Oostenbrug, ijsmeester van de Elfstedenvereniging van 2002 tot 2014, ziet voor de komende winter zeker mogelijkheden. Hij gelooft sterk in de invloed van de maan op het weer en de kans op een sterke ijsvloer wordt groter als bij donkere maan de vorst invalt. Dan krijgt de winter vaste voet aan de grond.

,,Bij volle maan moet het ijs er voor 80 procent liggen. Daarna krijg je afgaande maan en meestal valt dan de dooi in.” Volle maan is het komende winter op 10 januari en 9 februari. ,,Wat de maanstanden betreft, is de situatie vergelijkbaar met 2012. En je weet, toen waren we dichtbij een Elfstedentocht”, vertelt Oostenbrug.

Blamage

Het gezicht van de winter in 2012 werd Jacob Brandsma uit Sneek. Met de organisatie van de Elfstedentocht heeft hij nooit iets te maken gehad, maar omdat het Elfstedenbestuur in 2012 zweeg over de ijsdiktes, ging Brandsma meten en persberichten versturen. Hij kreeg allerlei cameraploegen op bezoek. ,,Voor die mensen was ik een soort ijsmeester.”

De tocht van 2012 kwam er niet. ,,Ik vond het een blamage”, aldus de ‘ijsmeester’, die vindt dat in zo’n geval de tocht alleen voor wedstrijdrijders moet worden georganiseerd. Het plan om bij een volgende tocht 30.000 schaatsers te laten starten viel bij Brandsma in slechte aarde. ,,Ik ben zo boos geworden dat ik mijn lidmaatschap heb opgezegd. Maar de dag ervoor ga ik natuurlijk wel. Het Elfstedenbestuur zal er niet blij mee zijn, maar dat is dan hun eigen schuld.”

Domme pech

Een van de problemen van 2012 lag in Gaasterland, waar het ijs in de Luts maar niet wilde aangroeien. ,,Domme pech”, aldus toenmalig assistent-rayonhoofd Auke Hylkema. ,,Ander rayons hadden veel beter ijs en zo kregen wij de zwartepiet toegespeeld.”

De huidige ijsmeester van de Elfstedenvereniging, Sietse Prins, ziet 30.000 toerrijders als een uitdaging. Een probleem zijn volgens hem de zwartrijders tijdens de tocht en de wildrijders, die een of twee dagen voor de tocht op eigen houtje langs de elf steden schaatsen. Om zwartrijders te onderscheppen worden beveiligers ingehuurd, tegen wildrijders is weinig te doen. ,,Misschien zetten we bij zwakke plekken dranghekken op het ijs. Tegelijkertijd willen we wel gastvrij blijven. Wij zijn Friesland.”

IJsmeester. Mannen achter de schermen van de Elfstedentocht, auteur Bas Sleeuwenhoek, uitgever Just Publishers, 240 pagina’s, 20 euro